Oh Juf, dat kan ik niet.
Een paar weken geleden vertelde ik in de Krimpenerwaard voor een zieke collega van de Verhalencompagnie. Het was een gemengde groep van leerlingen van groep 3,4 en 5. Het verhaal van de Vuurvogel ging erin als koek en mijn idee was om de kinderen nog te laten tekenen. Een Vuurvogel. We bespraken hoe die er dan wel niet uit zou zien. Veel kleuren werden genoemd; alles was mogelijk. De blaadjes werden uitgedeeld en de kleurpotloden tevoorschijn gehaald. “Juf…. ik kan dat niet”, klonk het opeens. Eerst een kind, toen meer. Dus maakten we samen een begin. Een potlood met de kleur van de veren van de Vuurvogel in de ene hand, van de andere hand. maakten we een vuist. We legden de vuist midden op het blad en tekenden er ‘veertjes’ omheen. Het lijf van de Vuurvogel stond. Daarna was de drempel genomen en ziehier, zoveel kinderen zoveel vuurvogels